Nieuwigheden in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest inzake internationale mobiliteit

20/09/2024

De regels inzake de tewerkstelling van derdelanders (die een gewestelijke bevoegdheid uitmaken) werden in het Brusselse Hoofdstedelijk Gewest recentelijk gewijzigd door de ordonnantie van 1 februari 2024 en haar uitvoeringsbesluit van 16 mei 2024. We zetten hieronder graag de grote lijnen voor u uiteen.

1. Onontvankelijkheid

Vanaf nu zijn de redenen voor een beslissing tot onontvankelijkheid gedefinieerd in de wettekst en zal een aanvraag van een toelating tot arbeid onontvankelijk zijn als de aanvrager geen volmacht heeft, de aanvraag onvolledig is of niet correct werd ingediend, de aanvraag niet onder de bevoegdheid van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest valt of de werknemer niet over een geldig verblijfsrecht beschikt. 

2. Vrijstellingen

Wat de vrijstellingen van de toelating tot arbeid betreft, zijn de vrijstellingen voor een verblijf korter dan 90 dagen in alle gevallen van detachering van werknemers waarvoor er geen voorafgaande Limosa-verklaring moet worden ingediend, overgenomen in de nieuwe regelgeving (dit is o.a. het geval voor werknemers die naar België worden gedetacheerd voor de initiële assemblage van een goed, gespecialiseerde technici, werknemers die wetenschappelijke congressen komen bijwonen,...). Verder zijn er ook een aantal andere vrijstellingen opgenomen in de wettekst die gelden bij een verblijf van minder of meer dan 90 dagen (die dus los staan van de hiervoor vermelde Limosa-vrijstellingen), waaronder vanaf nu ook de zogenaamde “kaderleden” vallen. Dat laatste is nieuw aangezien de specifieke aanvraag voor de categorie “kaderleden/directiepersoneel” hierdoor is weggevallen (cf. hierna).  

 

Vrijstellingen van minder dan 90 dagen zijn van rechtswege geldig - hetgeen impliceert dat een werkgever geen formele aanvraag in orde zal moeten brengen voor derdelanders die onder een vrijstelling vallen en minder dan 90 dagen op Belgisch grondgebied vertoeven (al zal je bij een eventueel inspectiebezoek uiteraard wel moeten kunnen aantonen dat de vrijstelling van toepassing is). Indien de derdelander meer dan 90 dagen in België verblijft, is er een basis voor verblijf vereist en zal de vrijstelling moeten worden aangevraagd via het platform Working in Belgium. Een uitzondering hierop geldt voor detacheringen, namelijk wanneer een werknemer legaal verblijft in een ander land van de Europese Economische Ruimte en tijdelijk naar België wordt gedetacheerd. In dat laatste geval is geen procedure vereist en moet er dus geen aanvraag worden gedaan via het platform, ook niet bij een verblijf van meer dan 90 dagen op Belgisch grondgebied. 

3. Toekenningsvoorwaarden

Bij de toekenningsvoorwaarden voor een werkvergunning werden ook een aantal zaken gewijzigd. In het Brussels Hoofdstedelijk Gewest is – voor de zgn. “restcategorie”, i.e. de werknemers die niet onder een bijzondere categorie vallen - de publicatie van een vacature op de website van Actiris gedurende minstens 5 weken verplicht, dan wel dient men  gebruik te maken van de wervingsdiensten die Actiris aanbiedt. Men zal steeds het resultaat van deze acties moeten meedelen, dit wordt een verplichte stap in de toekenning van een gecombineerde vergunning. Een uitzondering hierop is voorzien voor de functies die op de lijst van de knelpuntberoepen van Actiris staan. 

 

Daarnaast zijn er ook nog een aantal afwijkingen op deze algemene regel van voorafgaande publicatie van een vacature voor specifieke categorieën van werknemers (i.e. voor hooggeschoold personeel, gasthoogleraren, gespecialiseerd techniekers, etc.). De categorie “directie/kaderleden” is hier weggevallen aangezien deze werknemers vanaf nu onder de vrijstelling van een gecombineerde vergunning kunnen vallen. 

 

Voor sommige categorieën (zoals bv. hooggeschoolden), geldt een minimumloon als toekenningsvoorwaarde. Voor het bepalen van deze loongrens, werd ook een wijziging doorgevoerd: het Brussels Hoofdstedelijk Gewest hanteert een nieuwe definitie van het loonbegrip, die overeenstemt met code 1 van de DmfA-aangiften. Voor gedetacheerden (voor wie geen DmfA-aangifte wordt gedaan), wordt er gekeken naar het belastbaar inkomen en de sociale zekerheidsbijdragen die in het buitenland betaald worden. Concreet impliceert dit dat enkel het basisloon in aanmerking zal worden genomen voor de berekening van de jaarlijkse bezoldiging waaraan voldaan moet zijn voor hooggeschoolden, intra-corporate transferees, artiesten en blauwe kaarten. De eindejaarspremie, het dubbel vakantiegeld,  edm., zul dus niet langer meetellen om te beoordelen of een derdelander aan een bepaalde loondrempel voldoet. Enkel de voordelen die aan normale sociale zekerheidsbijdragen zijn onderworpen, mogen worden meegeteld.   

4. Opheffing jaarlijkse verplichting voor controle

Voor gecombineerde vergunningen die worden toegekend voor meerdere jaren, zal het niet langer verplicht zijn om jaarlijks looninformatie over te maken aan de administratie, zodat deze de naleving van de loongrenzen kan controleren: de administratie zal dit vanaf nu automatisch doen, zonder dat de werkgever actie moet ondernemen.

 

Het wegvallen van deze verplichting geldt vanaf 1 oktober 2024, ook voor gecombineerde vergunningen (van meerdere jaren) die vóór deze datum werden toegekend.

5. Einde van de werkvergunning

Tot slot zal de toelating tot arbeid van rechtswege eindigen wanneer de arbeidsrelatie stopt. De administratie zal hiervan op de hoogte zijn doordat er een DIMONA-out wordt gedaan en de administratie toegang heeft tot deze data. Desalniettemin raadt de administratie aan om hen zelf ook op de hoogte te brengen.

De hiervoor besproken wijzigingen treden in werking vanaf 1 oktober 2024. Dit impliceert dat aanvragen die tot en met 30 september 2024 worden ingediend, nog onder de “oude” regeling zullen vallen, terwijl de aanvragen vanaf 1 oktober 2024 aan de voorwaarden van de ordonnantie en haar uitvoeringsbesluit zullen moeten voldoen. 

Contacteer ons gerust bij vragen hieromtrent!