Het Hof oordeelde dat de voorwaarden voor de toepassing van de regeling inzake de deeleconomie niet vervuld waren voor DELIVEROO, aangezien de diensten die via het platform worden geleverd (leveringen van in een restaurant gemaakte maaltijden of levering van winkelwaren):
- Uitgesloten zijn van de diensten die in aanmerking komen voor de regeling inzake deeleconomie;
- Niet worden verleend buiten de uitoefening van een beroepsactiviteit;
- Niet uitsluitend worden verstrekt aan natuurlijk personen die niet handelen in de uitoefening van een beroepsactiviteit, aangezien ze ook aan rechtspersonen kunnen worden verstrekt;
- En niet uitsluitend worden geleverd in het kader van overeenkomsten die via een erkend platform zijn gesloten, deze voorwaarde vereist dat er een overeenkomst bestaat tussen twee particulieren - de koerier en de consument- buiten elk professioneel kader om.
De aard van de arbeidsrelatie tussen DELIVEROO en haar koeriers moet dus beoordeeld worden op basis van de algemene en/of specifieke criteria van de Programmawet (I) van 27.12.2006 of de specifieke criteria van het koninklijk besluit.
Na de bewering van DELIVEROO, dat zij geen transportactiviteit uitoefende maar een bemiddelingsactiviteit die beperkt was tot het samenbrengen van offertes en aanvragen, te hebben verworpen, heeft het hof de arbeidsverhouding tussen DELIVEROO en haar koeriers in het licht van de 8 criteria die van toepassing zijn op de transportsector (koninklijk besluit van 29.10.2013) onderzocht. Indien aan meer dan de helft van de criteria is voldaan, wordt de arbeidsrelatie, tot het tegendeel is bewezen, vermoed te zijn uitgevoerd in het kader van een arbeidsovereenkomst. Het Hof stelt vast dat aan meer dan de helft van de criteria is voldaan:
- De koerier neemt geen enkel financieel risico,
- De koerier heeft geen verantwoordelijkheid of beslissingsmacht over de financiële middelen van DELIVEROO en is niet in het bezit van een certificaat (of attest) van vakbekwaamheid,
- De koerier heeft geen beslissingsmacht over het aankoopbeleid,
- De koerier heeft geen beslissingsmacht over de prestaties die in aanmerking worden genomen voor het vaststellen van de prijs,
- De koerier heeft geen resultaatsverplichting ten opzichte van DELIVEROO,
- De koerier heeft niet de mogelijkheid om personeel aan te nemen,
- De koerier doet zich niet voor als onderneming ten aanzien van andere personen,
- De koerier werkt niet "in ruimtes" van DELIVEROO, maar maakt gebruik van een fiets (d.w.z. een ongemotoriseerd voertuig) die niet aan DELIVEROO toebehoort.
De arbeidsrelatie wordt daarom vermoed, totdat het tegendeel is bewezen, te zijn uitgevoerd in het kader van een arbeidsovereenkomst.
De pogingen van DELIVEROO om het vermoeden te weerleggen overtuigden het hof niet, dat benadrukte dat de manier waarop het werk werd georganiseerd de koerier zeker verplichtte om een grotendeels "gestandaardiseerde" dienst te leveren (in het bijzonder het feit dat hij een onafhankelijke samenwerkingsovereenkomst heeft gesloten; de afwezigheid van enige verplichting van de koerier om zich aan te sluiten op de applicatie; de mogelijkheid voor de koerier om zijn route en uitrusting te kiezen; de beperking tot technische en operationele instructies, etc.).