Nieuwe regels inzake onderzoek naar werknemers

21/05/2024

Tijdens de plenaire vergadering van 8 mei 2024 heeft de Kamer van Volksvertegenwoordigers het wetsvoorstel aangenomen dat private opsporing reguleert. Het doel van deze nieuwe wet is om het bestaande wettelijke kader voor het uitvoeren van privéonderzoek te herzien. In dit artikel beschrijven we enkele van de wijzigingen die door de wet worden geïntroduceerd en die relevant zijn voor werkgevers die overwegen een beroep te doen op private onderzoeksdiensten.

Aanneming van een specifieke clausule voor werkgevers

De eerste nieuwigheid is de verplichting voor de werkgever om te voorzien in toestemming om een privé-onderzoek uit te voeren en om de voorwaarden van het privé-onderzoek in een reglement op te nemen indien de persoon waarop het privé-onderzoek betrekking heeft in dienst is van de opdrachtgever. Dit betekent dat een werkgever geen gebruik kan maken van private onderzoeksdiensten voor een opdracht met betrekking tot een van zijn werknemers, tenzij een passende bepaling is opgenomen in een reglement.  

Waar de wet zwijgt over de juridische aard van het reglement dat de clausule in kwestie moet bevatten, verwijzen de voorbereidende werken naar een arbeidsreglement, een ondernemings-cao of een besluit van de ondernemingsraad.

Bedrijven beschikken over een termijn van 2 jaar vanaf de datum van inwerkingtreding van de wet om aan deze nieuwe bepaling te voldoen. Als de onderneming een dergelijke clausule niet rechtsgeldig heeft aangenomen, voorziet de wet in de nietigheid van het onderzoeksrapport, dat bijgevolg niet kan worden gebruikt in gerechtelijke procedures. De Antigoon-rechtspraak, die in bepaalde gevallen toelaat om bewijsmateriaal, dat in strijd met bepaalde regels is verzameld, toch te gebruiken, zou dus niet kunnen worden toegepast.

Verplichting om bepaalde informatie door te geven aan de betrokken persoon door middel van particulier onderzoek

Als de werkgever die besloten heeft een privé-onderzoek uit te voeren, aan het einde van het onderzoek besluit gebruik te maken van het rapport dat hem door zijn vertegenwoordiger is toegestuurd, moet hij de betrokkene van bepaalde informatie op de hoogte stellen: 

  • de identiteit en contactgegevens van de voor de verwerking verantwoordelijke, of zijn vertegenwoordiger; 
  • de aard en het doel van de verwerking van hun persoonsgegevens;
  • de begin- en einddatum van het privéonderzoek;
  • het bestaan van het recht op kosteloze toegang en aanvulling, verbetering of verwijdering van onjuiste persoonsgegevens die op hen betrekking hebben, en de wijze waarop dit recht in de praktijk bij de vertegenwoordiger kan worden uitgeoefend.

Rechtsgeldigheid van het rapport van privéonderzoek

Ten slotte bepaalt de wet nu uitdrukkelijk dat het aan de rechter toekomt om bij vorderingen op basis van de resultaten van een privé-onderzoek na te gaan of dit privéonderzoek in overeenstemming met de wet werd uitgevoerd. Afgezien van inbreuken op de wet die uitdrukkelijk zijn voorgeschreven op straffe van nietigheid, beschikt de rechter over een volledige beoordelingsvrijheid met betrekking tot de bewijskracht die kan worden toegekend aan de bevindingen van een privé-onderzoek.

Werkgevers moeten daarom goed aandacht besteden aan deze elementen als ze een onderzoek willen uitvoeren naar een werknemer, bijvoorbeeld in de context van een mogelijke dringende reden. Het is met name raadzaam om de regels met betrekking tot privé-onderzoeken uit voorzorg vast te leggen in een reglement.

 

Reliance Littler helpt je graag met deze ingrepen.